TAALGEBRUIK
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende
theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van
praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN
WAT?
UITBREIDEN
WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN
WAT OP BEELD?
UITPROBEREN
WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving
De startbekwame leerkracht creƫert taalonderwijs waarin de leerling de verscheidenheid in de wijze en de vorm waarin taal
wordt gebruikt in verschillende situaties kent en kan benoemen.
Toelichting
We onderscheiden in het taalgebruik verschillende zogenoemde registers, zoals formeel en informeel taalgebruik. Zo
hanteert de taalgebruiker in een vergadering formelere taal dan wanneer hij met vrienden op de voetbaltribune zit en heeft
sms- taal specifieke kenmerken op zins-, woord- en spellingniveau.
Verder kent iedere tekstsoort vaak een eigen opbouw (vergelijk een mop vertellen en een brief schrijven aan de
schooldirectie) en moeilijkheidsgraad (zinsbouw, zinslengte, woordgebruik).
De taalgebruiker kan zijn taalgebruik (register) bewust of onbewust aan de situatie aanpassen.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het
begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het
begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.