CRITERIA LEERSTOFORDENING
TAALBESCHOUWING
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende
theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van
praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN
WAT?
UITBREIDEN
WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN
WAT OP BEELD?
UITPROBEREN
WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving
De startbekwame leerkracht heeft inzicht in werkwijzen om de leerstof van taalbeschouwing in samenhang met collega’s
door en over de leerjaren heen aan bod te laten komen.
Toelichting
De volgende aspecten kunnen een rol spelen bij de ordening van de leerstof voor taalbeschouwing:
-
moeilijkheidsgraad van zinsstructuren en woordsoorten;
-
relevantie voor andere domeinen (al dan niet vervlochten in de methoden voor die
domeinen);
-
de metatalige begrippen zoals de SLO die in Tussendoelen en Leerlijnen
(www.tule.nl) per twee leerjaren aangeeft.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het
begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het
begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.