PRINCIPES NEDERLANDSE
SPELLING
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende
theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van
praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN
WAT?
UITBREIDEN
WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN
WAT OP BEELD?
UITPROBEREN
WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving
De startbekwame leerkracht heeft kennis van de grondregels voor het spellingsysteem van het Nederlands en kan deze
kennis overdragen en toepassen.
Toelichting
De spelling van het Nederlands is gebaseerd op drie beginselen:
-
het beginsel van de standaarduitspraak: we spellen een woord met de klanken die we horen in de
standaarduitspraak van dat woord;
-
het beginsel van de gelijkvormigheid: we spellen een woord of woorddeel zo veel mogelijk op dezelfde wijze;
-
het beginsel van de etymologie: de spelling van een woord wordt soms bepaald door de herkomst.
Voor het spellingonderwijs zijn deze drie grondregels als volgt geparafraseerd en verder aangescherpt (Huizenga 2003):
Fonologisch principe
Het hoofdprincipe van de Nederlandse spelling. Elk foneem wordt door een apart grafeem weergegeven: je schrijft het
woord zoals het klinkt.
Morfologisch principe
Daarnaast kennen we de regel van de gelijkvormigheid die bepaalt dat je een woord steeds op dezelfde manier schrijft:
hond vanwege honden) en de regel van overeenkomst die bepaalt dat als woorden op dezelfde manier worden gevormd,
ze ook op dezelfde manier geschreven worden (bv. grootte want je schrijft ook lengte).
Etymologisch principe
De geschiedenis van een woord is bepalend voor de schrijfwijze. We maken in onze schrijftaal verschil tussen ij en ei omdat
er vroeger uitspraakverschillen bestonden.
Syllabisch principe
Syllabes of klankdelen van een woord zijn bepalend voor de spelling ervan. Eindigt een woorddeel op een lange klank, dan
schrijf je die met één klinker, zoals in poot - poten (verenkelingsregel).
Eindigt een woorddeel op een korte klank, dan volgen er twee medeklinkers, zoals in pot - potten (verdubbelingsregel).
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het
begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het
begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.