TAALVARIATIE
DIT PLATFORM IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR ONDERSTEUNING VAN CONTACT MET TAALME.NU DOORZOEK TAALME.NU ZOEKEN info@taalme.nu colofon
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN WAT?
UITBREIDEN WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN WAT OP BEELD?
UITPROBEREN WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving De startbekwame leerkracht maakt de leerling bewust van de verscheidenheid in taalgebruik tussen mensen en groepen mensen. Toelichting De startbekwame leerkracht besteedt expliciet aandacht aan de verscheidenheid in taalgebruik, zodat de leerling zijn taalgebruik leert af te stemmen op het doel en het publiek. De concrete verschijningsvormen van taalvariatie worden taalvariëteiten genoemd. In onze samenleving worden verschillende talen gesproken, zoals dialecten, groepstalen, migrantentalen en straattaal. De taalachtergrond is een wezenlijk onderdeel van de identiteit van de leerlingen. Er zijn verschillen tussen individuen, tussen groepen (bijvoorbeeld jongeren, yuppen, politici), tussen regio’s (dialecten), maar bijvoorbeeld ook tussen thuistaal en schooltaal. In de Nederlandse samenleving hebben we naast al deze variëteiten ook te maken met de speciale positie van de Friese taal en met de talen van allochtone minderheden. Het huidige standaard Nederlands is in feite niets meer dan een dialect. Eeuwenlang was er de tegenstelling tussen het Latijn en de volkstaal, een grote verzameling streektalen die in de Nederlanden werden gesproken. Gaandeweg zijn we gaan spreken van het AN (Algemeen Nederlands) of het standaard Nederlands tegenover dialecten (streektalen). Het Fries en het Nedersaksisch zijn in Nederland, naast het Nederlands, de enige talen die de status van standaardtalen hebben gekregen. Het verschil tussen dialect en standaardtaal is voor een belangrijk deel een verschil in status. Niet zelden worden dialecten gezien als een ‘primitieve’ vorm van het AN, terwijl ze in werkelijkheid volledig gelijkwaardig zijn. De keuze om een bepaalde variëteit op een gegeven moment uit te roepen tot de standaardvariëteit, is een politieke, geen taalkundige. Met het oog op de mogelijkheden voor het onderwijs en de arbeidsmarkt is het wel van belang dat gebruikers van streektalen ook het AN beheersen. Iedere spreker beschikt over diverse variëteiten. De keuze voor het gebruiken daarvan hangt af van bijvoorbeeld de gesprekspartners, de geografische plaats en de taalgebruikssituatie.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.