ONTWIKKELING VAN HET
JONGE KIND
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende
theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van
praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN
WAT?
UITBREIDEN
WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN
WAT OP BEELD?
UITPROBEREN
WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving
De startbekwame leerkracht heeft inzicht in de kenmerken van de ontwikkeling die het jonge kind doormaakt op het
gebied van de mondelinge taalvaardigheid.
Toelichting
De meeste kleuters zijn aan het begin van de basisschool al geoefende praters. Ze kunnen een vraag stellen, met
klasgenootjes praten en vertellen over alledaagse contextgebonden zaken. De startbekwame leerkracht moet de spreek- en
luistervaardigheid echter actief stimuleren. Een goede mondelinge taalvaardigheid is immers een belangrijke voorloper van
de schrijf- en leesvaardigheid. Voor jonge kinderen is het nog moeilijk om doelgericht aan een gesprek deel te nemen en
daarbij ook te letten op andere leerlingen. In de onderbouw leert de leerling initiatieven te nemen, betrokken te zijn als
spreker en luisteraar, zijn gedachten te verwoorden en rekening te houden met de andere deelnemers. Op het gebied van
de luistervaardigheid leert de leerling zijn aandacht steeds langer te richten als een ander een tekst voorleest of een verhaal
vertelt.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het
begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het
begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.