COGNITIEF ACADEMISCH
TAALGEBRUIK
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende
theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van
praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN
WAT?
UITBREIDEN
WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN
WAT OP BEELD?
UITPROBEREN
WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving
De startbekwame leerkracht stimuleert de vaardigheid om taal op een abstract
niveau te kunnen gebruiken om zo in een schoolse context nieuwe informatie te kunnen verwerven en verwerken.
Toelichting
In schoolse situaties moeten leerlingen kunnen beschikken over meer abstracte taal (CAT) dan in dagelijkse taalvaardigheid
(DAT) waarin vaak meer concrete taal volstaat.
Deze twee typen taal onderscheiden zich vooral op de dimensies cognitieve complexiteit en contextuele steun. Leerlingen op
de basisschool maken een proces door van praten over concrete en persoonlijke ervaringen naar het uitdrukken van steeds
abstractere ideeën. Vanaf groep 5/ 6 speelt de schoolse taalvaardigheid een belangrijke rol, vanaf dat moment krijgen de
leerlingen expliciet onderwijs in de zaakvakken en komt er een steeds grotere nadruk te liggen op kennis van schoolse,
abstracte begrippen en complexe zinscontructies.
De leraar dient schooltaal in de brede vorm voor te doen aan zijn leerling, dat betekent dat ze naast schooltaalbegrippen ook
complexe zinsconstructies of teksten met een hoog abstractieniveau (zoals redeneringen) aanbieden. Om de leerling te
begeleiden bij het verwerven ervan kan de leraar bepaalde strategieën te gebruiken, zoals modeling en parafraseren.
Daarnaast stimuleert de leraar de leerling om de juiste taal te gebruiken op het juiste moment. Ook hiervoor bestaan
strategieën, zoals het preciezer formuleren van vragen, het herhalen van de correcte taaluiting van de leerling en het maken
van prikkelende opmerkingen.
Tweedetaalverwervers en taalzwakke leerlingen hebben vaak moeite met de . schoolse taalvaardigheid. Deze taalvaardigheid
staat ver af van hun dagelijkse taalgebruik. Een leraar moet daarom gericht werken aan de school- en vaktaalwoorden.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het
begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier nog meer filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het
begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.