BEGRIJPEND LEESONDERWIJS IN SAMENHANG MET ANDERE DOMEINEN
DIT PLATFORM IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR ONDERSTEUNING VAN CONTACT MET TAALME.NU DOORZOEK TAALME.NU ZOEKEN info@taalme.nu colofon
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN WAT?
UITBREIDEN WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN WAT OP BEELD?
UITPROBEREN WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving De startbekwame leerkracht biedt het begrijpend leesonderwijs in samenhang met andere domeinen aan. Toelichting Het nauwkeurig en vlot kunnen lezen, is slechts een van de kenmerken van een goede lezer. Goed begrijpen wat je leest en een grote leeswoordenschat zijn andere kenmerken. De domeinen voortgezet technisch lezen en begrijpend lezen hebben een grote onderlinge samenhang: de ontwikkeling in het ene domein bevordert de vaardigheid in het andere. Wanneer de leerling nog veel energie moet steken in de techniek van het lezen, komt hij aan begrip niet of nauwelijks toe. Dit is het duidelijkst te zien in de fase van de beginnende geletterdheid. Al in deze fase wordt in methoden vaak wel aandacht besteed aan het begrip van de tekst. In de fase van het voortgezet technisch lezen speelt tekstbegrip ook een grote rol. Zo zullen voorspellingen op basis van tekstbegrip het technisch lezen bevorderen. De lezer heeft immers verwachtingen over wat hij te lezen krijgt. Het leestempo zal dan hoger komen te liggen. En daarmee is er weer meer ruimte voor begrip. Ook de woordenschat is voor het begrijpen van teksten heel belangrijk. Er bestaat een sterk verband tussen woordenschat en begrijpend lezen. Leerlingen met een rijke woordenschat presteren beter in begrijpend lezen. Om een tekst goed te kunnen begrijpen, moet de lezer ruim 90% van de gebruikte woorden kennen (het tekstdekkingspercentage). Leerlingen die het Nederlands als tweede taal leren en leerlingen uit sociaal zwakke milieus hebben vaak een beperkte woordenschat. Daardoor vinden zij het moeilijk om teksten goed te begrijpen. Hun kennis is vaak niet alleen beperkt wat betreft het aantal woorden en begrippen (de omvang of breedte), ook het niveau of de diepgang van de kennis is beperkt. Anderzijds vergroten leerlingen ook juist hun woordenschat door te lezen. Hiernaar wordt verwezen met de term ‘leeswoordenschat’. Dit is de woordvoorraad die een leerling opbouwt door te lezen. De leeswoordenschat bouwt voort op de mondelinge woordenschat van leerlingen. In de praktijk van het onderwijs worden begrijpend lezen en stellen vrijwel altijd als aparte vaardigheden aangeleerd: stellen via de taalmethode en begrijpend lezen via de leesmethode. Voor een combinatie valt echter veel te zeggen. Bij het begrijpend lezen van een tekst gebruik je voor een belangrijk deel dezelfde cognitieve processen als bij het schrijven van een tekst. Net als de schrijver is ook de lezer bezig met de structuur van een tekst, de tekstsoort, de stijl of de bedoeling van de tekst. Lezen en schrijven zijn dus twee kanten van dezelfde medaille: de geschreven tekst (Huizenga 2004). De combinatie van begrijpend lezen en stellen kan worden uitgewerkt in lessen waarin leerlingen de kennis die ze opdoen bij het lezen van een tekst direct toepassen in een schrijfopdracht. Dat kan via de volgende stappen: - het lezen van de tekst; - het verwerken van de tekst: expliciteren van de gebruikte leesstrategieën (structuur, tekstkenmerken en tekstsoort bepalen, doel afleiden, hoofdgedachte bepalen, enzovoort); - het omzetten van leesstrategieën in schrijfstrategieën; - het toepassen van schrijfstrategieën in een schrijfopdracht.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.