ONTWIKKELING VAN HET JONGE KIND
DIT PLATFORM IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR ONDERSTEUNING VAN CONTACT MET TAALME.NU DOORZOEK TAALME.NU ZOEKEN info@taalme.nu colofon
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN WAT?
UITBREIDEN WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN WAT OP BEELD?
UITPROBEREN WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving De startbekwame leerkracht heeft inzicht in de kenmerken van de vroege, meestal spontane, ontwikkeling die de leerling doormaakt op het gebied van schriftelijk taalgebruik en schriftelijke taalvaardigheid. Toelichting In de ontwikkeling van geletterdheid maken we onderscheid tussen lees- en schrijfontwikkeling. De spontane interesse van kinderen op het gebied van geletterdheid geldt in eerste instantie het schrijven. De schrijfontwikkeling van kinderen is goed waarneembaar. De volgende fasen zijn te onderscheiden (Bus e.a. 1991): Fase 1: tekenen Kinderen maken in deze fase nog geen onderscheid tussen tekenen en schrijven. Fase 2: krabbelen Kinderen geven in deze fase woorden weer met krabbels. Fase 3: ketens letterachtige vormen of letters Kinderen beseffen dat woorden worden weergegeven door reeksen abstracte tekens en dat die tekens bij elk woord in een andere volgorde staan. Fase 4: het gebruiken van één of enkele letters voor het hele woord Kinderen gaan bij het schrijven zowel van links naar rechts als van rechts naar links. Fase 5: invented spelling Kinderen schrijven klanken en woorden zoals ze die horen. Ze gebruiken verschillende vormen van fonetisch schrift. De spontane spelling gaat geleidelijk in de richting van spellingconventies. De ontwikkeling van het schrijfgedrag heeft in de Tussendoelen Beginnende Geletterdheid een plaats gekregen bij de leerlijnen Functies van geschreven taal en De relatie tussen geschreven en gesproken taal. De leesontwikkeling van kinderen is moeilijker waarneembaar. Twee voorbeelden van stappen in de vroege leesontwikkeling (kleuters/groep 3) zijn: - Het overzicht dat is terug te vinden in de Tussendoelen beginnende geletterdheid (Verhoeven & Aarnoutse 1999): -fase 1: herkenning van 'bekende woorden' (vaak de eigen naam); -fase 2: woordbeelden vergelijken; -fase 3: nieuwe woorden lezen. - Chall (1983) geeft de leesontwikkeling (gecombineerd technisch en inhoudelijke belangstelling) weer in zes fasen. De eerste heeft betrekking op de fase voorafgaand aan het technisch lezen, namelijk stadium 0: Voor het lezen, pseudo- lezen (6 mnd-6 jaar). Deze manier van lezen verwijst naar de manier waarop kleuters ‘voorlezen’, vaak aan de hand van een prentenboek. Ze lezen niet echt, maar vertellen het verhaal uit hun hoofd. De stadia na deze vroege ontwikkeling rekenen we tot het proces van aanvankelijk lezen. Dit proces wordt vanaf groep 3 meestal op systematische wijze begeleid en wordt daar meestal aanvankelijk lezen genoemd.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.