CRITERIA LEERSTOFORDENING BEGINNENDE GELETTERDHEID
DIT PLATFORM IS MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR ONDERSTEUNING VAN CONTACT MET TAALME.NU DOORZOEK TAALME.NU ZOEKEN info@taalme.nu colofon
Het begrip wordt geduid door het presenteren van de definitie uit de kennisbasis (uitleggen), door het aanreiken van ondersteunende theorie (uitbreiden), door het bieden van visualisatie in de vorm van film- of illustratiemateriaal (uitbeelden) en door het geven van praktijkvoorbeelden waaruit de toepassing van het begrip blijkt (uitproberen).
Het begrip
UITLEGGEN WAT?
UITBREIDEN WAT IN DE THEORIE?
UITBEELDEN WAT OP BEELD?
UITPROBEREN WAT IN DE PRAKTIJK?
GERELATEERDE BEGRIPPEN
Omschrijving De startbekwame leerkracht heeft inzicht in werkwijzen om de leerstof van beginnende geletterdheid in samenhang met collega’s door en over de leerjaren heen aan bod te laten komen. Toelichting Bij de ordening van de leerstof voor beginnende geletterdheid worden verschillende criteria of werkwijzen gehanteerd. De methoden die zo veel mogelijk de gehele beginnende geletterdheid beslaan (groep 1 tot en met 3), volgen De Taallijn of de Tussendoelen beginnende geletterdheid (Verhoeven & Aarnoutse 1999). Voor het technisch lezen worden in de meeste methoden de volgende criteria voor de ordening van de te lezen woorden gehanteerd: - Klankzuiverheid: de eerst te lezen woorden zijn klankzuiver. Dus niet bed, maar pet. In latere fasen wordt de moeilijkheidsgraad van spellingcategorieën een criterium. - Woordstructuur: de opbouw van een woord neemt in moeilijkheidsgraad toe. Als eerste km (klinker-medeklinker) en mkm, daarna mmkm, mkmm en weer later mmkmm of nog complexer. We zijn dan aanbeland in de fase van het voortgezet technisch lezen, waarin ook de meerlettergrepige woorden volgen. - Betekenis: de eerste woorden waarmee leerlingen leren lezen, zijn concreet en frequent. Dus het woord moet met een duidelijk plaatje gevisualiseerd kunnen worden en een woord betreffen waarmee leerlingen bekend zijn. - Auditieve en visuele verschillen tussen fonemen en grafemen: korte en lange klanken (/a/ en /aa/) lijken op elkaar en het is daarom niet handig deze achter elkaar aan te leren. Hetzelfde geldt voor grafemen met minimale visuele verschillen, zoals de p, d en b. Methoden verschillen sterk in de momenten van het aanbieden van de afzonderlijke grafemen, maar houden over het algemeen wel rekening met minimale auditieve en visuele verschillen.
Binnenkort vind je hier artikelen en verwijzingen naar (hand)boeken en internetsites die je kunt gebruiken om het begrip nader te duiden.
Binnenkort vind je hier filmpjes of illustraties die je kunt gebruiken om het begrip te visualiseren.
Binnenkort vind je hier voorbeelden uit de onderwijspraktijk (lesvoorbeelden, checklists, kijkwijzers) om te zien hoe het begrip toepassing kent.
Binnenkort vind je hier de begrippen uit de kennisbasis die aan dit begrip zijn gerelateerd.